In een witte villa in Wezemaal met een echt heerlijke cava zit ik aan tafel bij dokter Ferdinand Mertens. Hij is al 94 en een waterval als hij spreekt over geneeskunde. Hij is de grootvader van de neuraaltherapie in de Benelux. Hij had veel beroemde patiënten, begeleidde o.a. Eddy Merckx in vier Rondes van Frankrijk. Een bijzonder curriculum, een bijzonder arts, een bijzondere mens.
Vierennegentig jaar en nog steeds vol vuur
Ik ben als huisarts begonnen in 1957 in Wezemaal. Ik had de praktijk van een collega overgenomen, die terug naar zijn West-Vlaanderen ging.
Hoe ben je met neuraaltherapie begonnen?
Door met patiënten waarvoor niets meer te doen was, met een busje mee te gaan naar Duitsland. Zij reisden naar een gepensioneerde professor in de reumatologie in Düsseldorf. Die patiënten hadden zeer goede resultaten met zijn therapie. Hij ontving ons zelfs ’s zondags!
Wat deed die professor dan?
Hij gaf inspuitingen met procaïne. Hij had deze methode geleerd van de gebroeders Huneke, Ferdinand en Walter, twee Duitse artsen die hier bijzondere resultaten mee behaalden. Procaïne was als lokaal pijnstillend middel in de vergeethoek terecht gekomen omdat er andere varianten zoals xylocaïne werkzamer bleken als lokaal anestheticum. Maar bij procaïne gaat het niet om die eigenschap, maar om een ander speciale eigenschap. Namelijk het verhogen van het elektrisch potentiaal van lichaamscellen.
De basis van neuraaltherapie
Het elektrisch potentiaal van de cel is normaal tussen 30 en 90 mV. Dit wordt automatisch aangevuld door werking van de mitochondriën (organellen in elke cel). Bij het ontstaan van een aandoening, bijvoorbeeld ontsteking van de keelamandelen, vermindert het elektrisch potentiaal van de cellen van de amandelen en het hele weefsel rondom. Als de amandelen volledig genezen, herstelt het potentiaal zich vanzelf. Het lichaam heeft een enorm regulerend vermogen. Maar regelmatig is dat niet helemaal het geval. Bij het onjuist gebruik van antibiotica bijvoorbeeld of als een infectie niet helemaal opgelost geraakt, blijven de cellen in de buurt een lager potentiaal behouden, waardoor ze ook niet meer de kracht hebben volledig te herstellen. Het kan zijn dat deze weefsels in de loop van de tijd een ‘stoorveld’ vormen, die een verhinderende factor wordt voor het genezen van andere aandoeningen of problemen die later ontstaan op een andere plaats in het lichaam, maar die dan wel in verband staan met de keelamandelen in dit geval. Littekens lenen zich er ook toe stoorvelden te worden. Ook speelt het gebit een grote rol in neuraaltherapie.
Potentiaalverhoging door procaïne
Wat gebeurt er als procaïne in kleine hoeveelheden wordt ingespoten in de zieke weefsels van de ‘verstoorde zone’? Het elektrisch potentiaal van procaïne is 290 mV, terwijl zieke verstoorde cellen een lage waarde hebben van misschien maar 30 of 40 mV. Door die krachtige potentiaalverhoging wordt een ‘boost’ gegeven of met andere woorden een ‘ontstorend’ effect in de hele zone teweeggebracht en daardoor ook onrechtstreeks op het tweede probleem, dat maar niet opgelost raakt ten gevolge van dat stoorveld. Homeopathie en celtherapie zijn eveneens methoden die blijkbaar invloed hebben op het potentiaalverschil over de celwand, maar op een andere manier. Spectaculair bij neuraaltherapie zijn de seconden-fenomenen. Dit zijn wonderlijke reacties van het lichaam als een deblokkerend effect van een procaine-inspuiting plaatsvindt. Het is een instant-correctie van de blokkerende zone. Als iemand plots zonder pijn kan lopen of na jaren terug kan bewegen, van de ene seconde op de andere, dan zorgt dit natuurlijk voor veel emotie.
Ferdinand Mertens vol overtuiging
Gefocust op neuraaltherapie
In België was neuraaltherapie niet gekend en ook niet erkend. Daarom ben ik vaak naar Düsseldorf gereisd om het te leren. In Duitsland is neuraaltherapie wel erkend. Geneeskunde is cultuurgebonden, weet je. Het werd zo druk dat ik mijn huisartsenpraktijk niet kon houden. Ik had aan mijn broer Jules alles van neuraaltherapie doorgegeven wat ik toen wist. Hij nam mijn ook mijn huisartsenpraktijk over. Daardoor kon ik me concentreren op neuraaltherapie en op de vele patiënten die van elders kwamen. Drie, vier dagen per week werkte ik van half negen ’s morgens tot half drie ’s nachts. Maar ik ben er nooit niet moe van geweest. Ook wel door het contentement van de mensen.
Niet door neuraaltherapie, maar door homeopathie gered
Op een dag zaten nog een veertigtal mensen in de wachtzaal, midden van de dag. Ik moest voor een uurtje op bed gaan liggen, omdat ik hoofdpijn had. Op een bepaald moment komt er een vrouwtje van Schaarbeek bij mij. En dat vrouwtje zei: Ik hoorde in de wachtzaal dat je regelmatig hoofdpijn hebt. Je moet eens naar Schaarbeek gaan, daar is een veearts. Die doet niet alleen dieren, maar daar komen ook mensen om behandeld te worden. En die man heeft heel goede resultaten.
Ik dacht: zo kan ik niet voortdoen met die pijnstillers. Op bepaalde zaterdag belde ik en ik mocht afkomen. Inderdaad een veearts. Hij keek in mijn ogen, hij had iriscopie geleerd in Duitsland. Ik moest echt niets uitleggen of zeggen. Hij zei: Je moet eens Lycopodium nemen, Lycopodium 200K. Ik nam dat middel.
En hou je nu vast. Ik heb van mijn hele leven geen hoofdpijn meer gehad. Nul komma nul. Nog beter dan een secondenfenomeen. Haha ...
Ik ging dus ook iriscopie leren. In Duitsland. In het weekend, vrijdag en zaterdag. Maar iriscopie was te moeilijk in mijn praktijk, om daar telkens een half uur per patiënt aan te besteden. Dat moest ik dus laten varen. Ik heb er een zekere notie van. Je kunt inzicht hebben in chronische aandoeningen op basis van veranderingen in de iris.
consultatiebureau van dokter Mertens: een beetje nostalgie
Patienten kruipen door het raam, komen uit Nieuw Zeeland en willen een fritkot bouwen
Ik had een patient uit West vlaanderen genezen van een serieuze aandoening met neuraaltherapie. Die is daarna gaan wonen in Nieuw Zeeland. Daar is die terug ziek geworden.
‘Mag ik naar de praktijk komen?’ was de vraag.
Natuurlijk mag je komen…
Toch speciaal, van Nieuw Zeeland naar Wezemaal. Stel je voor.
Ze hebben hier zelfs een fritkot voor de deur willen bouwen. Omdat de mensen zolang moest wachten. Op een dag deed ik om acht uur ’s avonds de deur op slot. Ik ging nog eens in de wachtkamer kijken en maar daar zaten nog mensen, die waren door het venster naar binnen gekomen. Zoiets vertel ik zelden, want dan zeggen de mensen: dat kan niet, of dat geloven ze niet. Maar het was wel degelijk zo.
In een lijkenhuisje oefenen om daar dan een medaille voor te krijgen
Naast stoorveldtherapie is het mogelijk segmenttherapie te doen met procaïne. Dit wordt dan ingespoten in een ganglion. De bezenuwing van een lichaamszone loopt via een ganglion, dat een beschermende functie heeft voor het centrale zenuwstelsel.
Het ganglion supremum erg belangrijk om hersenen te beschermen. In Frankrijk hadden enkele collega’s een methode ontwikkeld om dat ganglion met neuraaltherapie te behandelen.
Aan de universiteit in Leuven werd het mij niet toegestaan, maar aan de universiteit Antwerpen kon ik oefenen op lijken en zoeken naar de veiligste methode om dat moeilijk bereikbaar ganglion in de nek veilig te kunnen inspuiten. Zo heb ik een techniek op punt gesteld om dit ganglion te behandelen.
Hiervoor heb ik de Huneke-medaille gekregen, de enige buitenlander die deze onderscheiding gekregen heeft. Inspuitingen in dit ganglion kunnen geweldige resultaten geven bij ernstige aandoeningen.
een rijkdom aan geschiedenis, een rijkdom aan ervaring
De Ferdinand Mertens Academie
De collega’s die hij heeft opgeleid, hebben een Academie opgericht die de naam van dokter Ferdinand Mertens draagt. Hij is altijd bijzonder collegiaal en mededeelzaam geweest. En heeft een vijftigtal collega’s opgeleid en de kans gegeven zich eveneens te bekwamen in deze bijzondere methode, zoals dr. Hannosset, dr. De Jonghe, verschillende artsen uit de familie van Ferdinand zelf, dr. Bottu, dr. Moulaert en nog heel wat anderen.
Collega’s kwamen vooral om de technieken te leren, de soort inspuitingen; waar en hoe. De theorie moesten ze zelf leren. Neuraaltherapie kwam een beetje in opmars. Maar die is stilgevallen door het opkomen van groepspraktijken. Omdat niet alle collega’s van een groepspraktijk de speciale technieken kunnen toepassen en daardoor een deel van de patiënten niet verder kunnen helpen. Ook in Nederland is dit het geval.
Geneeskunde is voor mij een opdracht. Goed zijn voor anderen is de basis van geneeskunde. Het heeft heel mijn praktijk bepaald. Ik heb ook altijd mijn oren en mijn ogen opengehouden voor wat nieuw is. Ik ben content dat ik neuraaltherapie gedaan heb. Maar wij moeten oppassen. Wij als artsen denken snel dat we het heel goed weten. Maar we moeten aanvaarden dat we veel nog niet weten…